[ Pobierz całość w formacie PDF ]
.En op luidere toon voegde hij eraan toe: ‘God zij geprezen voor haar gezondheid.’‘Inderdaad,’ zei ik.Ik had het gevoel dat ik zojuist was ontsnapt aan het zwartste lot van mijn hele leven.Ik wilde me onderwerpen aan God, aan het tapijtmaken of aan Gostaham, maar nooit meer aan de geneugten van een ander.Ik keerde terug naar het huis van Malekeh en serveerde de familie de vleesschotel die ik had bereid, ook al was Malekeh nog niet thuis.Iedereen zag er opgewekter uit dan nog maar een paar dagen eerder.De jongens gedroegen zich beter omdat ze niet langer prikkelbaar waren van de honger.Davood voelde zich goed genoeg om door het vertrek te lopen.Maar de grootste verandering had zich voltrokken bij mijn moeder.Haar koorts was eindelijk gezakt en haar normale huidskleur keerde terug.Ik dankte de gezegende Fatima voor haar tussenkomst.Malekeh kwam die avond heel laat thuis, met slechts één tapijt op haar rug en een lichtvoetige tred.‘Ik heb er een verkocht!’ verkondigde ze trots zodra ze binnenkwam.Een gezin dat pas in Isfahan was komen wonen had het kleed gekocht voor in hun nieuwe huis.De vrouw van het echtpaar had gezien dat Malekehs tapijten heel fijn geknoopt en laaggeprijsd waren, en ze had gezegd dat ze liever een arme jonge moeder hielp dan een van de welvarende koopmannen in de bazaar.We riepen allemaal vol vreugde uit: ‘God zij geprezen!’Malekehs zoontjes reageerden uitgelaten op de glanzend zilveren muntstukken in haar handen.Die avond, nadat Malekeh had gegeten, was iedereen zo vrolijk dat we besloten een korsi te maken.We verwarmden duivenmest in het fornuis, deden de sintels in een grote metalen bak en zetten die onder een laag tafeltje.Malekeh legde daar dekens overheen en waarschuwde de jongetjes om de hete schaal niet aan te raken met hun voeten.We gingen er met z'n allen omheen zitten, sloegen dekens om ons heen en warmden ons aan de verrukkelijke gloed van de sintels.Voor het eerst in weken dronken we sterke thee en kauwden we op knapperige suiker met saffraan.Malekeh streelde het haar van haar zoontjes tot ze in slaap vielen.Toen begon Davood grappen te vertellen, en het zeldzame geluid van mijn lachende moeder was in mijn oren de heerlijkste muziek die ik ooit had gehoord.In de twee maanden die volgden herstelde mijn moeder langzaam.Omdat ze niet kon staan zonder moe te worden, legde ze me vanaf haar matrasje uit welke gedroogde kruiden ik moest kopen in de bazaar, en ze gaf me instructies zodat ik haar medicijnen kon maken.Ik liet de drankjes trekken, verpakte ze en bracht ze naar Amir, die ze in zijn eentje succesvol verkocht.De medicijnen brachten genoeg geld binnen om eten van te kopen, maar we konden niet veel opzijleggen voor wol.Ik wilde erg graag aan een nieuw tapijt beginnen, want dat was de enige manier om ons lot te verbeteren.Ik droomde er ook nog steeds van om anderen in te huren die ons zouden helpen.Toen ik Malekeh over die hoop vertelde, keek ze bedenkelijk.‘Wol kopen en vrouwen inhuren? Van welk geld?’ vroeg ze me.‘Misschien van het zilver dat je voor je tapijt hebt gekregen?’Ze klakte met haar tong.‘Dat is te riskant,’ antwoordde ze.‘Maar als jij geld bijeenbrengt, zal ik hetzelfde bedrag bijleggen.’In het verleden zou ik boos zijn geworden omdat ze zich niet liet overhalen, maar nu realiseerde ik me dat ze terecht voorzichtig was.Aangezien ik nooit genoeg extra geld voor wol zou kunnen verdienen met de verkoop van medicijnen of door te bedelen, bleef er uiteindelijk maar één ding over.Nu mijn moeder herstellende was, was ik het aan Gostaham en Gordiyeh verschuldigd hun te gaan vertellen dat hun naastenliefde had geholpen.Ik trok Naheeds mooie kleding aan – de paarse mantel met de bontranden en een roze tuniek – en ging weer naar hen toe.Toen ik bij het huis kwam, was Gordiyeh afwezig.Ali-Asghar vertelde me dat ze naar de moeder van Naheed was, hetgeen betekende dat beide families hun geschillen bijgelegd moesten hebben.Hij ging me voor naar de werkkamer, waar Gostaham patronen zat te tekenen.‘Kom binnen, ga zitten!’ zei hij, en hij liet Shamsi koffie voor ons halen.‘Hoe gaat het met je moeder?’‘Een stuk beter,’ antwoordde ik, ‘en dat is aan u te danken.Van het geld dat u me hebt gegeven heb ik vers vlees voor haar kunnen kopen, waarvan ze is opgeknapt.Bedankt dat u me hebt geholpen haar in leven te houden.’‘Met dank aan God, Genezer der Mensen.’Ik keek naar het vel papier op Gostahams schoot.Het patroon was zo mooi als een park dat in bloei staat.‘Waar werkt u aan?’ vroeg ik.‘Een tapijt met cipressen.’ De bomen waren hoog en smal, met in het midden een lichte uitstulping, als vrouwenheupen.Ze werden omringd door weelderige bloemenslingers.Bij de aanblik van Gostahams tekeningen verlangde ik ernaar om weer met hem samen te werken.‘Amoo,’ zei ik, ‘zoals u weet heb ik nu geen beschermer, dus moet ik doen wat ik kan om op een eerlijke manier de kost te verdienen.’‘Klopt,’ zei Gostaham.‘Maar het wordt tijd dat je je eigen risico's draagt, want jij zult altijd degene zijn die ze neemt.’Hij had gelijk.Ik kon het niet laten, het zat in mijn aard.‘Kunt u me dan helemaal niet helpen?’‘Misschien wel, als ik ervan op aankan dat je zult leveren wat ik vraag,’ zei hij met een behoedzame blik.‘Maar kun je dat wel?’Ik wist dat ik in zijn ogen altijd een eigenaardig geval was geweest, omdat ik talent had en vurig was.Dat had hij nooit gezien bij zijn vrouw en dochters, die tevreden waren zolang ze maar verwend werden.Maar nu had hij ook een reden om me te wantrouwen.Ik haalde diep adem.‘Ik beloof u, amoo, dat ik van het verleden heb geleerd.Ik had bijna mijn moeder verloren aan haar ziekte.Ik heb gebedeld in de bazaar en de vreselijkste beledigingen van vreemden ondergaan.Nu heb ik vrede met mijn nederige bestaan.Ik zal niet tegen uw wijze raad ingaan – althans niet als het om tapijten gaat.’Gostaham staarde in de verte; zijn ogen waren vervuld van spijt.Hij moest een paar keer zijn keel schrapen voordat hij kon spreken.‘We hebben je onrecht aangedaan,’ zei hij toen.‘En ik u ook.Het spijt me dat ik uw huishouden al die problemen heb bezorgd, want niets heeft me zo veel plezier verschaft als de tijd dat ik aan uw zijde van u mocht leren.’Gostaham keek me aan alsof hij me met nieuwe ogen bezag.Ik denk dat hij de verandering aan me kon zien.Ik was rustig, verstandig en sterk, niet langer het eigenzinnige kind dat ik eens was geweest [ Pobierz całość w formacie PDF ]
Powered by wordpress | Theme: simpletex | © Nie istnieje coś takiego jak doskonałość. Świat nie jest doskonały. I właśnie dlatego jest piękny.