[ Pobierz całość w formacie PDF ]
.Sam Wood reed langzaam terwijl hij zijn patrouillewagen over de weg stuurde die naar het huis van de Endicotts leidde.Ofschoon de zon inmiddels laaiend aan de hemel stond, scheen hij de hitte nu beter te kunnen verdragen.Voornamelijk omdat hij niets anders had verwacht dan dat het overdag smoor-heet zou zijn.Wat hem dwars zat, waren de snikhete nachten, want op de een of andere manier hoorden de duisternis en de ondergaande zon verlichting te brengen.Deden ze dat niet, dan scheen het ongemak tweemaal zo groot te zijn.De weg steeg geleidelijk.Het voornaamste gedeelte van Wells lag nu verscheidene tientallen meters lager, en het was nog een flink eindje naar de top van de heuvel waarop het huis van de Endicotts stond.Sam wist waar het was, zoals vrijwel iedereen in Wells, omdat van de Endicotts gezegd werd dat ze geld hadden.Hij had hen echter nog nooit ontmoet en was evenmin wel eens bij hen thuis geweest.Onder het rijden probeerde hij in gedachten de zinnen te vormen die hij zou gebruiken om het nieuws mee te delen.Het zou niet makkelijk zijn.Op de een of andere manier stelde hij zich voor dat Mantoli’s dochter, de gast van de Endicotts, geen moeder had.Nu zou ze alleen op de wereld zijn - tenzij ze natuurlijk een man had.Waarschijnlijk was dit zo, besloot hij.Italiaanse meisjes trouwden jong, hadden te veel kinderen en werden dik.De weg kwam bovenop de heuvel horizontaal en eindigde in een klein parkeerterrein dat, naar Sam snel schatte zes ofacht auto’s zou kunnen bevatten.Hij parkeerde zorgvuldig en deed het portier zacht dicht nadat hij was uitgestapt.De zon scheen hier feller te schijnen, maar de lucht, vond hij, was niet zo heet.Het was een schitterend oord.Ondanks de ernst van zijn opdracht raakte Sam onwillekeurig onder de indruk van het golvende panoramische uitzicht van de Great Smokies.Lange rijen getande bergen staken helemaal tot aan de verre horizon hun pieken omhoog.Sam liep naar de voordeur, die openging voordat hij kans kreeg aan te bellen.Hij werd ontvangen door een vrouw, die, met een houding van zowel gastvrijheid als gereserveerdheid, wachtte tot hij zou vertellen wat hij kwam doen.Sam mocht haar onmiddellijk.Ze was een flink eind in de vijftig, maar de jaren die ze had geleefd, hadden haar met groot respect behandeld.In een rustig, smaakvol linnen japonnetje was haar lichaam in dezelfde contouren die dertig jaar tevoren aantrekkelijk waren geweest.In haar gezicht was geen rimpeltje te bekennen.Haar haar was aantrekkelijk gekapt.Ze wachtte terwijl Sam de laatste stappen deed om de drempel te bereiken.„Mevrouw Endicott?” vroeg hij, zich er plotseling van bewust dat zijn kin ruw moest zijn door de baardstoppels van de afgelopen achttien uur.„Jawel agent, waarmee kan ik u van dienst zijn?” Sam nam snel een besluit.„Zou ik meneer Endicott misschien mogen spreken?”Grace Endicott stapte opzij en hield de deur open.„Kom binnen,” zei ze uitnodigend, „dan zal ik hem voor u halen.” Sam stapte naar binnen, zich ervan bewust dat hij uit zijn element was.Hij volgde zijn gastvrouw naar een lange, helder verlichte huiskamer waarvan de linkerwand bijna volkomen uit glas bestond.De muur aan de andere kant was bedekt met rekken die van vloer tot plafond reikten en de grootste verzameling boeken en grammofoonplaten bevatten die Sam ooit had gezien.„Gaat u alstublieft zitten,” zei mevrouw Endicott uitnodigend, waarna ze snel de kamer uitliep.Sam keek om zich heen naar de grote, gerieflijke stoelen en besloot te blijven staan.Hij vertelde zichzelf dat het in tien minuten, misschien zelfs nog minder, achter de rug zou zijn.Daarna zou hij in zijn wagen kunnen stappen en terugrijden naar de stad.Sam draaide zich om toen zijn gastheer de kamer binnenkwam.De jaren waren Endicott beter aan te zien dan zijnvrouw, maar hij droeg ze met kalme waardigheid.Hij hoorde in dit huis thuis, en het huis hoorde op zijn beurt echt bij hem.Ze pasten bij elkaar als bij zekere kapiteins de schepen passen waarop ze het gezag voeren.Sam wachtte tot de man iets zou zeggen.Een ogenblik wenste hij dat zijn positie zodanig kon zijn dat hij deze mensen tot vriend kon hebben.Toen herinnerde hij zich wat hij moest doen.„Ik geloof dat u me wilde spreken.” Endicott maakte er een uitnodiging van.„Jawel, meneer.Ik meen dat u een zekere meneer Mantoli kent?” Sam wist dat dit niet goed was, maar hij was nu eenmaal begonnen en kon niet terug.„Ja, we kennen maestro Mantoli heel goed.Ik hoop dat hij niet in moeilijkheden verkeert?”Sam greep zijn uniformpet en zette hem af, beschaamd dat hij dit tot nu toe vergeten was.„Ja en nee, meneer Endicott.” Sam kreeg een kleur.Er zat nu niets anders op dan met de feiten voor de dag te komen.„Het spijt me dat ik het u moet vertellen, maar… hij is om het leven gekomen.” Endicott steunde een ogenblik met zijn hand op de rugleuning van een stoel en liet er zich toen op neerzakken, in zijn ogen een verre blik.„Enrico dood.Ik kan het niet geloven.” Sam stond vreemd stil en wachtte tot Endicott zich zou herstellen.„Dit is vreselijk, agent,” zei Endicott tenslotte.„Hij was onze intiemste en beste vriend.Zijn dochter is hier nu te gast.Ik…” Sam vervloekte de dag waarop hij zijn baantje in de garage eraan had gegeven om politieagent te worden.Toen draaide Endicott zich naar hem toe.„Hoe is het ongeluk gebeurd?” vroeg hij heel zacht.Deze keer wist Sam beter zijn woorden te vinden.„Ongelukkigerwijs, meneer, was het geen ongeluk.Meneer Mantoli werd vanmorgen vroeg in het centrum van de stad aangevallen.We weten nog niet door wie of hoe.Rond vier uur vanmorgen vond ik zijn lichaam.” Sam wilde nog iets zeggen.„Het spijt me vreselijk dat ik u dit nieuws moet brengen,” voegde hij er aan toe, in de hoop dat de woorden de schok wat zouden verzachten voor de man die voor hem zat.„U bedoelt,” zei Endicott voorzichtig, „dat hij werd vermoord?”Sam knikte, dankbaar dat hij het niet onder woorden hoefde te brengen.Endicott stond op.„Ik kan het mijn vrouw beter gaan vertellen,” zei hij.Sam kwam het voor alsof de man plotseling moe was geworden [ Pobierz całość w formacie PDF ]
Powered by wordpress | Theme: simpletex | © Nie istnieje coś takiego jak doskonałość. Świat nie jest doskonały. I właśnie dlatego jest piękny.